Interview with Michiel Schuurman

Michiel Schuurman: Terug naar de essentie
Text (in Dutch) Harmen Liemburg for Items -/5/2009

In het Amsterdamse uitgaanscircuit zijn de laatste jaren flyers en posters in omloop die er heel anders uitzien dan de gewend waren. Krachtige zwarten en witten, hallucinerende patronen, uitputtende details. Een wereld van papier, toner en gradaties. De wereld van Michiel Schuurman.

HL
Het lijkt er op dat je twee jaar geleden met je werk voor HorseMove pas goed op stoom bent gekomen, en dat terwijl je in 2002 bent afgestudeerd. Waar was je al die tijd?

MS
Ik heb tijdens mijn studie veel samengewerkt met Floor Wesseling en we zijn na het eindexamen in een ruimte met Will Holder en Stuart Bailey beland. Het was voor mij heel inspirerend om naast deze zwaargewichten te zitten, maar toch ook intimiderend. Bij hun kwam het ene na het andere culturele project van de drukker, terwijl wij maar een beetje op opdrachten zaten te wachten. Hoewel ik wel altijd bezig ben geweest en bijvoorbeeld voor happy Chaos de vormgeving deed, kwam ik er na anderhalf jaar achter dat ik in meerdere opzichten een leeg portfolio had. Ik wilde altijd heel politiek en schokkend werk maken maar miste toch het zelfvertrouwen en de verdieping.
Ik ben het toen even helemaal kwijt geraakt en ben toen maar manager van een kopieerbedrijf geworden.

HL
Waardoor kreeg je er weer zin in?

MS
Hansje van Halem heeft me al die tijd een beetje aan DTP-werk geholpen en op een dag Belde Linda van Deursen me op of ik zin had om een lettertype te maken als afscheidscadeau voor Gerard Unger’s persionering als docent aan de Rietveld.

Opeens had ik er weer zin in en wist ik ook beter wat ik wilde doen. Ik raakte betrokken bij de vormgeving voor de inmiddels gesloten HorseMoveProjectSpace, een gekraakte expositieruimte bij het voormalige PostCS gebouw. Ik kreeg alle vrijheid en ben toen begonnen aan een serie zwart-wit posters en bijbehorende promotiematerialen. Ik ging voor mijn gevoel terug naar de essentie. Experimentele typografie waarbij ik alleen het contrast tussen zwart en wit tot mijn beschikking had.

HL
Vanwaar die fascinatie met zwart wit?

MS
Ik kocht ooit een boek met grafiek van Ap Sok. Hij heeft onder andere de ontwikkeling van de Deltawerken vastgelegd in een serie etsen in puur zwart-wit zonder grijstinten. De scherpte en abstractie vond ik supermooi en is nog steeds een bron van inspiratie.

Op de KABK leer je als letterontwerper dat zwart en wit gelijke waarden moeten zijn, dat de balans belangrijk is. Als je je bewust word van deze regels kun je ontzettend krachtige dingen maken. Voor happy Chaos hebben we veel gewildplakt en toen kwamen we erachter dat juist de zwartwit posters het meest afstaken tegen de full-colour posters van andere ontwerpers.

HL
Die fijne nuances in de posters voor HorseMove, is dat offset of zijn dat prints?

MS
Alle posters van de HorseMove zijn laserprints. Het mooie van toner op spierwit papier is die poederachtige, intense zwartheid die je met drukinkten niet kan bereiken. Als medewerker van Kinko’s op de Overtoom kon ik buiten werktijd los gaan om mijn eigen experimenten doen, en heb ik bijvoorbeeld onderzocht hoe je de mooiste gradaties kon krijgen. Hoeveel tijd ik daar niet aan heb besteed… Normaal gesproken worden die machines voor de produktie van huis, tuin en keukenwerk gebruikt, maar door de programmatuur te hacken wordt het zwart zwarter, gradaties vloeiender en glimlichten sprankelender. Bijna zo mooi als analoog afgedrukte foto’s. Het geeft me ook een kick om voor heel weinig geld de prachtigste dingen te maken, en zeker nu 1200 dpi laserprinters de standaard zijn, kan dat ook.

HL
Wat is het meest gecompliceerde werkstuk dat op die manier tot stand is gekomen?

MS
Anders dan drukken met offsetinkten, is de kopieermachine gebaseerd op het principe van stofaantrekking. Toner is in feite zeer fijn metaalhoudend poeder dat door een electrisch geladen trommel wordt aangetrokken, en vervolgens door middel van verhitting met een wals blijvend op de drager wordt aangebracht. Hoe ver je kunt gaan met het kopieren op allerlei materialen is een kwestie van uitproberen.Voor de tentoonstelling Uit de Tijd wilde ik diapositief op bronskleurig papier kopieren. Het zwart moest goed dekken, maar tegelijkertijd ook de meest fragiele lijntjes open laten voor een optimaal resultaat. Ik heb tientallen proefjes moeten maken om het juiste effect te bereiken, maar uiteindelijk is het toch gelukt. Dat is dus wel een persoonlijk meesterproefje kopieertechniek.

HL
Wel eens aan zeefdruk gedacht?

MS
Censored Pornography is op de Rietveld gezeefdrukt, maar helemaal tevreden ben ik er niet over. Kijk maar naar het zwart: dat had eigenlijk scherp moeten zijn in plaats van gerasterd. Bij de reproservice zeiden ze dat ze de fims niet scherper konden afdrukken, maar dat is natuurlijk onzin. Als je echt interesse in de techniek hebt, is er véél meer uit te halen. Voor de Expert meeting #1 poster wilde ik rood en blauw op zwart papier drukken. Deze keer ben ik naar Atelier Daglicht in Eindhoven gegaan, waar Linda Arts me heeft geholpen met drukken. Het was niet makkelijk omdat de inkten eigenlijk te transparant waren, maar moet je kijken naar die details, is mooi geworden, toch?

HL
Je typografische handschrift verraadt onmiskenbaar het gebruik van de computer, maar heeft daarnaast ook iets organisch. Hoe komt je werk tot stand?

MS
Voor de HorseMove is het uitgangspunt altijd geweest om door slim te combineren zo veel mogelijk te doen met weinig middelen. Ik zocht naar manieren om de redactionale tekst die via het printwerk aan het publiek moet worden gecommuniceerd door een bepaalde behandeling tot beeld te verheffen. Voor mij is er geen hiërachie tussen achtergrond en tekst. Het typografische beeld dat ontstaat is gelaagd, maar helder, één geheel. Door steeds verder te gaan met de techniek, wordt deze vanzelf óók onderwerp van het werk, en dat maakt het voor mij erg puur. Ik werk sowieso graag vanuit de beperking, maar op deze manier wordt het ook vormtechnisch en inhoudelijk een spannende zoektocht.

HL
Okay, maar al die duizenden bolletjes of tandpastablobs dan? Zijn dat speciale fonts die je ontwikkeld, of is dat Schuurman de programmeur die slimme algoritmes bedenkt?

MS
In de praktijk maak ik alleen dat wat nodig is voor een specifiek project. Ik gebruik bijvoorbeeld de spuitbus-tool in Illustrator waarmee je grafische symbooltjes kunt airbrushen. De rekenkracht van de computer zorgt er dan voor dat het er erg machinaal uitziet. Ik ga daarna min of meer handmatig te werk om deze elementjes een organische feel te geven. Ik leg als het ware toefjes letters of bolletjes neer, en gebruik de computer om de natuur na te doen. Maar het blijft zeer arbeidsintensief werk. Alles bij elkaar zit ik dan toch weer 14 uur te klikken om al die bolletjes een plek te geven, wat op zich weer – Wow, wat heb ik gedaan?! – een doorbraak in mijn eigen gedachtenwereld betekent. Het werk verrast me dan weer als het ware.

HL
Wat vind je van de huidige tendens waarin veel grafisch ontwerpstudenten eindexamen doen met redactionale projecten, de zogenaamde ‘witte boekjes’?

MS
Ik mis heel erg het handschrift in deze ontwerpen. Het lijkt soms wel of iedereen doelbewust samen aan een groot portfolio werkt. Ik zie niet genoeg verschillen. Zelf heb ik me ook aan ‘schuldig’ aan die witte boekjes gemaakt. Mijn eindexamenproject ‘Reader’, een samenwerking met Hansje van Halem, was totaal op de behandeling van tekst en redaktie gebaseerd. Dat ging helemaal niet meer om vormgeving… Met zo’n boekje ga je minder snel op je bek. Door het maken van een poster bijvoorbeeld geef je jezelf veel sneller bloot omdat je direct mensen moet aanspreken. Je moet echt het onderste uit de kan halen om te overtuigen. Waar ik zelf tegen aan liep, was dat ik na het verlaten van de Rietveld nog steeds mijn eigen vormentaal moest ontwikkelen. Dat heb ik daarna op eigen kracht in de praktijk moeten doen.

HL
Naast de suggestie van driedimensionaliteit in je grafische werk lijk je ook steeds te werken in verschillende ruimtes. Waar ging dat SO3P project bijvoorbeeld over?

MS
Dat was voor NP3, een kunstenaarsinitiatief in Groningen. Vijf kunstenaars werden daar in een soort estafetteproject uitgenodigd om een etalage in te richten in het centrum van de stad. De eerste kunstenaar, Femke Agema, maakte drie jurken die 3 weken te zien waren totdat Jaqueline Floor kwam om er haar eigen installatie aan toe te voegen. Ik was als derde aan de beurt. Gewapend met 250 geprinte A0 vellen en een Vlaams handboek uit 1936 over de kunst van het etaleren, heb ik in twee dagen mijn ding gedaan. Het boek was eigenlijk bedoeld als leidraad voor de presentatie van bijvoorbeeld voedselprodukten, dus het was best vreemd om met abstract materiaal te werken. Heel bizar ook om in een compleet zwart-witte ruimte te staan, net of je in een film bent beland!

HL
Hoe kwam de samenwerking met modeontwerper Berber Soepboer tot stand?

MS
Berber heeft me gevraagd om haar te helpen met twee jurken die ze voor het jubileum van stoffenproducent De Ploeg had ontworpen. Voor de zogenaamde stukkenjurk heb ik drie kleurendessins bedacht. De draagster van de jurk kan uit verschillende pandjes met behulp van drukknoopjes de ideale jurk samenstellen.
De inkleurjurk heeft een zwartwitdessin dat door de draagster ingekleurd kan worden met een setje bijgeleverde stiften. Het was ongelofelijk arbeidsintensief, maar omdat ik me voor honderd procent kon focussen op het maken van vorm, was het een ontzettend leuk en bevrijdend project waar ik alles wat ik de afgelopen jaren heb geleerd op los kon laten. Heerlijk om helemaal in op te gaan en het smaakt zeker naar meer!
De inkleurjurk is ondertussen op internet zo’n succes geworden dat we hem echt in productie gaan nemen.

HL
Wat biedt de ServiceGarage jou als werkomgeving?

MS
Deze plek biedt een ontzettend goede energie. Ik kan hier als enige grafisch ontwerper tussen beeldend kunstenaars op een andere manier van gedachten wisselen over werk dan met collega ontwerpers, maar in de eerste plaats zijn het leeftijdsgenoten waarmee ik samen naar muziek luister en lol heb. Daarnaast ligt het tempo lekker hoog: iedere 2 maanden een nieuwe tentoonstelling. Naast het maken van het publiciteitsmateriaal ben ik ook betrokken geweest bij de inrichting en het ontwerp van een tentoonstelling, wat een uitdaging op zich biedt. Hoe zorg je in deze enorme ruimte voor voldoende intimiteit waardoor individuele werken optimaal tot hun recht komen?

HL
Hoe zie je inmiddels je eigen positie binnen het grafisch ontwerpen?

MS
Door mijn posters op te sturen naar internationale biennales en festivals, probeer ik te toetsen wat mijn positie is in die wereld. Ook via mijn blog heb ik een platform voor uitwisseling met anderen. Ik heb gemerkt dat de wisselwerking of zelfs wrijving met opdrachtgevers heel positief kan uitwerken, maar ben tegelijkertijd erg gericht om het bewaren van mijn eigen autonomie. Er is altijd het risico om een eendagsvlieg te worden, en daarom probeer ik de lange termijn in de gaten te houden. Hard werken, zitvlees kweken, en plezier houden in wat ik doe.

CV Michiel Schuurman
Amsterdam 1974

2001 – 2002 Gerrit Rietveld Academie
2001 – 2002 BKB-academy (1 jaar masterclasses over media, politiek en campagnevoering)
2000 – 2002 Een variëteit aan managementcursussen
1998 – 2000 Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten Den Haag

April 10th, 2009
, Posted in Interviews