Letman: Letteren is een prettige staat van zijn

Interview with Job Wouters/Letman
Text (in Dutch) Harmen Liemburg for Items 3/2011

Afgelopen december verhuisde Job Wouters, ook bekend als Letman, naar een nieuwe studioruimte in de buurt van het Amstelstation. Net als Hansje van Halem en Michiel Schuurman, met wie hij de ruimte deelt, verruilde hij de KABK (waar het leren schrijven een wezenlijk onderdeel is van de opleiding tot letterontwerper) voor de meer vrijgevochten Rietveld academie. In Amsterdam ontwikkelde hij zijn eigen stiel door handgetekende kalligrafie te combineren met illustratie en grafisch ontwerpen. Het eigenwijze werk dat uit die combinatie voortvloeit is breed inzetbaar en vindt respons in de alternatieve kunst- en uitgaanswereld, maar ook bij commerciële opdrachtgevers. Het werk van Letman is de laatste jaren letterlijk overal te zien: als theateraffiche, partyflyer, in galeries of als onderdeel van een kunstenaarsboek. Harmen Liemburg ging op bezoek.

HL
Grappig dat alle KABK dropouts hier nu in één ruimte bij elkaar zitten. Jullie hebben alle drie een volstrekt eigen manier gevonden om met typografie te werken. Hoe kijk je terug op je studietijd?

JW
Op de academie in Den Haag was ik vooral jong en wild. Ik kwam recht van de middelbare school naar de academie, ik wilde zó graag. Ik was heel enthousiast, maar er gebeurden andere dingen die ook heel spannend waren… Je kunt van alles zeggen over die opleiding, maar uiteindelijk was ik gewoon een slechte student, weet je. Dat is veel eerlijker. Op de Rietveld ook. Ik was heel ongeconcentreerd.

HL
Waar komt die interesse in letters vandaan?

JW
Ik maakte graffiti op straat, en zat thuis op mijn kamertje eindeloos lettertjes te tekenen om het werk buiten voor te bereiden en te perfectioneren. Ik pretendeer niet om iets in die wereld te hebben uitgevonden, maar het was het een startpunt, een school. Nog voor ik op de academie zat was ik al bezig met vorm en kleur, verhoudingen, typografie. Er zit zó veel in. Dat mag wel eens gezegd worden. Maar verder zie ik het vooral als een pretentieloze hobby, een sport. Of zo zou het moeten zijn.

HL
Wanneer ben je je serieus met kalligrafie gaan bezighouden?

JW
Ik ben er al een tijdje mee bezig, maar zie mezelf als amateur. Als ik een puur kalligrafisch werkstuk zou maken, dan heb ik me te meten aan zó veel geschiedenis, daar ga ik niets aan toevoegen. Vergeleken met ‘echte’ kalligrafen ga ik altijd het onderspit delven. Maar op het moment dat ik het ga combineren met andere interesses zoals graffiti, straatbelettering of cartoons – er zijn heel veel dingen die mij beïnvloeden – dan kan het door de toepassing wél een toegevoegde waarde hebben. Kalligrafie is maar één van mijn handmatige tools. De laatste tijd durf ik weer een beetje de klassieken, zoals de humanistische cursief (of kanselarijschrift, een manier om snel, goed leesbaar en elegant te kunnen schrijven, red.), in te gaan. Ik ben er lang van weggebleven, juist vanwege het eerder genoemde gevaar, maar de laatste tijd vind ik het weer leuk om een beetje aan mijn vaardigheden te schaven.
Alles wat met handmatig letteren te maken heeft, heeft mijn directe fascinatie. En ik hou van special effects, ik kan er niks aan doen. Ik maak dingen graag mooi, maar het gevaar van kalligrafie is dat je per ongeluk iets heel truttigs maakt, hè. Je moet met onverwachte kleurcombinaties komen of met een tekst die niet kalligrafisch is. De laatste tijd hoor ik ook vaak dat mijn werk een totalitaire indruk maakt op mensen. Dat komt voor een deel omdat ik gotische schriften aan het oefenen ben, en die dus ook in mijn toegepaste werk verschijnen. Denk aan de Fraktur (drukletter die tot de groep van gotische drukletters behoort, red.), die geroofd is door de Nazi’s weer terug te gevenaan de mensen. Het is echt een besmette letter! Aan de ene kant wil ik schijt hebben aan die referentie, maar aan de andere kant kun je er ook niet omheen.

HL
Dat soort letters maakt sowieso geen deel uit van de visuele cultuur in Nederland…

JW
Nee precies. Maar ik vind het wél mooi, en ik zet ‘m in als ik denk dat ie goed is. En als ik ‘m neon-rose maak, dan valt het wel mee met die nazi referentie, denk ik.

HL
Bij het zien van jouw affiches de Theater Compagnie voor moest ik door de verloopjes in de letters onwillekeurig denken aan het spectaculaire werk van Koreaanse straatkalligrafen.

JW
Waar jij het over hebt is een specifieke truc om twee kleuren op je kwast te mengen. Heb ik van Gijs Frieling opgepikt. Toen we samen aan zijn boek (Vernacular Painting) werkten, zag ik hem dat doen en dacht: hé, dit is te gek! Het was heel mooi van hem om mij de typografie met zijn techniek te laten doen. In plaats van een traditioneel kunstenaarsboek met een white cube achtige kwaliteit, werd het een uitgesproken weird dingen waarbij je niet meer duidelijk kunt zien wie wat heeft gemaakt. Voor een kunstenaar die een boek laat maken over zijn eigen werk is dat heel dapper. Dat vond ik heel inspirerend.

HL
Hoe is die samenwerking ontstaan?

JW
Ik had Gijs al eerder geholpen met de inrichting van Remain in Light, een expositie in W139. Het ging om ongeveer honderd werken van vijftien deelnemers aan een verzamelaarscursus. Heel divers. Ik was samen met Yvo Sprey waren gevraagd om een stevige vorm te vinden om er in die enorme witte ruimte toch één geheel te maken. Met gouden en zilveren markers hebben we enorme sierlijsten om de kunstwerken getekend. Een kleine roze tekening werd bijvoorbeeld omgeven door een enorme gouden ster. Een beetje parodiaal, maar heel minitieus gedaan. In sommige gevallen waren de frames veel beter uitgevoerd dan het werk dat daar binnen werd tentoongesteld. Gijs zei ‘Kijk, sommige kunstenaars zullen het niet leuk vinden. Een goed kunstwerk kan het wel aan, maar een slecht kunstwerk gaat genadeloos ten onder’. Zo’n losse manier van denken over kunst en z’n context vind ik heel spannend. Dat heeft Gijs me echt geleerd. Om iets aandacht te geven hoef je het niet per se tegen een witte muur te plaatsen.

HL
Het hele boek is in stencildruk uitgevoerd, wat foto’s van zijn werk niet echt ten goede lijkt te komen.

JW
Juist wél! De fotos van zijn muurschilderingen, zijn niet de muurschilderingen zelf. In sommige gevallen kun je ze nog opzoeken, en anders had je er op dat moment maar moeten zijn. Gijs vond dat het in plaats van een zo perfect mogelijke reproduktie ook totaal iets anders mocht zijn. Hij stelde voor om een boek maken dat op een poëtische manier een verhaal vertelt over die muurschilderingen. Toen kwamen we er achter dat de stencildruk, waar ik al vaak mee had gewerkt, heel geschikt was. Het is helemaal in vier kleuren gedrukt. Met een oplage van 1500 een gigantische uitdaging voor Knust (de best geoutilleerde stencildrukkerij van Nederland, onderdeel van Extrapool in Nijmegen, red.). Maar het is goed afgelopen, en bovendien, zij zijn de enige die dit kunnen. Je kan echt op ze leunen. Ik maak wel eens grappen met mijn broer Roel. Als het echt lelijk is, dan laat je het toch gewoon stencillen. Ziet het toch nog tof uit… Ha ha!

HL
Die stencildruk lijkt ongekend populair onder studenten op de Rietveld academie en mensen die in eigen beheer tijdschriftjes uitgeven.

JW
Ja, maar ik durf ik wel te zeggen dat Roel en ik daar invloed op hebben gehad. Wij jaren terug ál die partyflyers stencillen. Die gaan dan de stad in, en… De mensen van Knust hebben wel eens gezegd dat ze dat echt gemerkt hebben. Daarnaast gaf Roel natuurlijk ook les op de Rietveld, en heeft hij samen met studenten projecten bij ze gedaan.

HL
Zijn er docenten op de Rietveld waar je zelf veel aan hebt gehad?

JW
Ik heb er met terugwerkende kracht meer aan gehad dan ik toen in de gaten had. Die hele club met Will Holder, Danny en Marieke (Experimental Jetset, red.) en Linda van Deursen is uniek en inspirerend. Het is een soort familie die je steeds weer tegenkomt. Na mijn studie ben ik, zonder de externe druk van docenten, meer gaan werken vanuit mezelf. Ondanks dat ik toen misschien een beetje lui was, en met andere dingen bezig, heb ik die lessen wél gehad. Ik ben me bewust van een hoge standaard, een soort precisie waarmee je beslissingen neemt over waarom je iets doet, en wat je wilt vertellen. Het heeft me uiteindelijk toch gevormd.

HL
Veel van je werk heeft een tijdelijk karakter. Zoek je dat bewust op?

JW
Het uitgaanscircuit van Amsterdam is een fantastisch podium om helemaal los te gaan en te laten zien wat je als ontwerper waard bent. Er hoeft niet zoveel gecommuniceerd te worden behalve een datum en ‘kom naar het feestje!’. Met series zoek ik altijd naar een manier om er voor te zorgen dat het herkenbaar blijft, maar vooral ook leuk om te doen. De uitnodigingen voor Undercover, die ik maakte met Ivo Sprey, of – als hij niet kon – met andere vrienden, zijn gebaseerd op het spelletje Cadavre Exquis (een tekening die door meerdere mensen is gemaakt, zonder dat zij op de hoogte zijn van de andere delen, red.). Ze zijn gemaakt tijdens een soort Soul-avonden: muziekje, biertje erbij, en lekker tekenen. Om op die manier te werken voelde altijd heel natuurlijk. Ook letteren is een prettige staat van zijn, je kunt aan niets anders denken. Ik word er heel rustig van. Dat ik dat professioneel kon gaan doen was zó voor de hand liggend, dat ik het niet had kunnen bedenken. Voor de helft doe ik nu illustratie, voor de andere helft ontwerpen. Letters zijn in heel veel verschillende media nodig, custom letters ook. Daardoor kan ik me makkelijk bewegen tussen heel verschillende werelden. Dat geeft me een ontzettend goed en vrij gevoel.

HL
Wat doe je om je interesses te voeden? Ga je op reis, zit je in bibliotheken in oude boeken te neuzen?

JW
Laatst heb ik op Markplaats een hele verzameling kalligrafieboeken gekocht. Maar om iets te maken vind ik het op het autistische af belangrijk dat het puur uit mezelf komt. Niet dat ik tegen natekenen ben, maar ik vermoed dat dat voor mij zo beter is. Met onderzoek bedoel ik vooral het doen van oefeningen op papier. Om een lettervorm onder de knie te krijgen, of om een nieuw instrument uit te proberen, zoals dit nieuwe pennetje (haalt een Pilot Parallel pen uit een doos)… Ik zag een instruktiefilmpje op internet waarin iemand zúlke soepele bewegingen maakte. Kijk, vergeleken met een gewone vulpen kun je met deze pen lekker op de zijkant leunen. Je hoeft niet meer te dopen waardoor je op het papier kunt blijven. Revolutionair! Je kunt ook een truc uithalen met verschillende kleurtjes, maar die heb ik nog niet geprobeerd. Ik zit altijd te pielen. Een nieuw inktje, ergens een puntje aan slijpen, even kijken wat het doet. Een ander papier, een nieuwe methode… Vroeger voelde dat vaak als uitstel van andere zaken, als tijdsverlies, maar op een gegeven moment ben ik dit soort probeersels serieus gaan nemen.

HL
In Los Angeles is een hele beroepsgroep aktief met het beletteren van garages en restaurants…

JW
Als ik op reis ben wil ik altijd contact maken met die mensen. In Thailand is er een hele cultuur omheen, en in Mexico is het gewoon een beroep, net als de bakker en de slager. Rotulista heet het daar, lettermaker. Ik vind het fascinerend omdat het alleen om het ambachtelijke gaat. Sommigen zijn er ook heel slecht in, maar dat levert ook weer hele toffe dingen op. Het is niet zo dat ik altijd op zoek ben naar perfectie of schoonheid, ik hou ook heel erg van lelijke dingen, dingen die wringen of mislukt zijn, pogingen… Ik doe het normaal eigenlijk nooit, maar deze zomer heb ik een stagiair die vorige zomer bij zo’n signpainter les heeft gehad. Lettertekenen met een kwastje is iets dat je echt onderwezen moet krijgen. Heb ik nooit gehad. Een aantal technieken heb ik redelijk onder de knie, maar in bepaalde dingen is hij is gewoon veel beter dan ik. Ik heb er eerst aan getwijfeld, maar heb toen bedacht dat we in plaats van de traditionele stage opzet, ook elkáár dingen kunnen leren.

HL
Geef je zelf onderwijs?

JW
Ik heb een tijdje geprobeerd om mijn liefde voor materialen op een aktieve manier te promoten. Tijdens workshops konden studenten door middel van een soort Dadaistische trucs een beetje ruiken aan verschillende technieken en materialen. Aan einde van zo’n avond hing dan het hele lokaal vol met werk, er was muziek, en het rook naar verf. Dat is iets heel anders dan een ontwerp maken in InDesign. Het gaat er niet om dat iedereen per se moet tekenen, maar wel dat studenten zich realiseren dat je een keuze hebt in hoe je werkt. Dat je niet afhankelijk bent van de software die bestaat, want die is per definitie gelimiteerd. Aan de andere kant ben ik wel heel benieuwd naar de nieuwe Cintiq (tekentablet met geïntegreerde LCD monitor, red.), waarvan de drukgevoeligheid heel goed schijnt te zijn. Ik kijk er naar uit om met dat ding te gaan werken. Dat gaat mij zo veel stappen schelen!

HL
Wat zou je de komende tijd het liefste willen doen?

JW
Heel veel dingen! Ik ben nu bezig met een schetsvoorstel voor een permanente muurschildering op de Oude Kerk. Een project waarin ik iets substantieels kan toevoegen aan de straat. Niet dat ik moe ben van het vele werken, of dat ik de vluchtigheid – waar ik ook weer enorm van houd – een bezwaar vind, maar soms verlang ik er naar dat produkten meer gewicht hebben door bijvoorbeeld een langere levensduur. Ik zou ook graag een heel dik specimenboek willen maken, een conclusie van een grote berg werk die vervolgens de ruimte biedt om daarna aan iets heel nieuws te beginnen. Ook zou ik me best een paar maanden willen isoleren, of door een kaal landschap willen lopen. Ik vraag me af wat er in dat soort omstandigheden in me op zal komen en hoe ik daar dan weer uit terugkom.

June 1st, 2011
, Posted in Interviews